Ondersteuning aan leerlingen met extra onderwijsbehoeften

Ondersteuning aan leerlingen met extra onderwijsbehoeften en hoorrecht

Op de Vijfster staat het onderwijs afstemmen op de onderwijsbehoeften van leerlingen centraal. We geloven sterk in handelingsgericht werken (HGW) op zowel school-, groeps- als individueel niveau. De Vijfster heeft een cyclische werkwijze om het onderwijs- en ondersteuningsaanbod passend te maken voor leerlingen die extra of andere begeleiding nodig hebben.  Er wordt gebruik gemaakt van een zorgtrappensysteem om de stappen te volgen wanneer een leerling zorg nodig heeft die de basiszorg overstijgt.


De zorgtrappen op De Vijfster zagen er als volgt uit:

  • Zorgtrap 1: De leerling heeft geen zorgvraag, of deze overstijgt de basiskwaliteit niet. De leerkracht handelt preventief en neemt maatregelen in de groep om eventuele zorgvragen te voorkomen.
  • Zorgtrap 2: Er ontstaat een zorg- of ondersteuningsvraag. De leerkracht reflecteert op zijn eigen handelen en past de basiszorg aan op de behoeften van de leerling. Leerling en ouders worden hierbij betrokken, en de afspraken worden vastgelegd in het groepsplan.
  • Zorgtrap 3: Als de interventies op zorgtrap 2 niet het gewenste effect hebben, bespreekt de leerkracht met de intern begeleider hoe de basiszorg en remediërende handelingen zijn uitgevoerd. In overleg met leerling en ouders kiezen ze uit mogelijke extra handelingen die ondernomen kunnen worden. De afgesproken zorg wordt vastgelegd in een Individueel Handelingsplan (IHP).
  • Zorgtrap 4: Als de interventies op zorgtrap 3 ook niet het gewenste effect hebben, komt het interne zorgteam van de school bij elkaar. Dit team bestaat uit de leerkracht, intern begeleider, directie en eventueel interne specialisten. Ze bespreken of er binnen de school nog andere mogelijkheden zijn en overwegen externe hulp in te schakelen indien nodig. Het interne team heeft een controlerende, onderzoekende en analyserende taak. De afgesproken zorg wordt vastgelegd in een Ontwikkelingsperspectief (OPP).
  • Zorgtrap 5: Als het interne team geen geschikte oplossing heeft gevonden, wordt het ondersteuningsteam met externe specialisten (verbonden aan het samenwerkingsverband) geraadpleegd. Leerling en ouders worden altijd uitgenodigd voor dit overleg. Samen wordt er een plan gemaakt gericht op de zorg- en ondersteuningsvraag van de leerling, en de afspraken worden (verder) vastgelegd in het OPP.
  • Zorgtrap 6: Als ondanks alle zorgtrappen en handelingsgericht werken de afgesproken zorg niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd, kan er een situatie van handelingsverlegenheid ontstaan. De school is dan niet in staat om de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling voldoende vorm te geven. In overleg met alle betrokkenen wordt er gezocht naar een leer- en/of zorgomgeving waarin de leerling op adequate wijze geholpen kan worden. Soms kan dit op een andere reguliere basisschool, of kan er gestart worden met een verwijzingstraject naar Speciaal Basisonderwijs (SBO) of Speciaal Onderwijs (SO). Het Samenwerkingsverband neemt hierover - na aanmelding - een zorgbesluit.

Naast de zorgtrappen op de Vijfster, zijn er speciale aanpakken voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Voor deze leerlingen wordt een Individueel Handelingsplan (IHP) opgesteld. Het IHP heeft een tijdsduur van ongeveer vijf maanden en wordt in samenspraak met leerling en ouders gemaakt. Het doel is om de achterstand van de leerling ten opzichte van de basisgroep te verkleinen door het aanbod intensiever af te stemmen op de behoeften van de leerling.
Wanneer het IHP onvoldoende resultaat oplevert, wordt er gekeken naar het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Soms blijkt dat de leerstof- en begeleidingsdoelen voor de leerling moeten worden aangepast in vergelijking met de doelen van de jaargroep. Hiervoor wordt een Ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Het OPP wordt in samenspraak met leerling en ouders vastgesteld en ten minste twee keer per jaar besproken, geëvalueerd en bijgesteld.

Op de Vijfster streven we ernaar om extra zorg zoveel mogelijk binnen de eigen groep vorm te geven. Hierbij maken we gebruik van verschillende vormen van ondersteuning, zoals preteaching, extra of verlengde instructie, het gebruik van ondersteunende materialen en het nemen van extra pedagogische maatregelen of coaching. Indien nodig kan er ook extra zorg buiten de groep worden georganiseerd, waarbij onderwijsassistenten in kleine groepjes of individueel met leerlingen werken aan doelen die in samenwerking met de leerkracht en intern begeleider worden afgestemd.

Op de Vijfster staat het afstemmen van het onderwijs op de behoeften van leerlingen centraal. We geloven in handelingsgericht werken en streven naar een passende leeromgeving voor elke leerling. Zie visuele weergave hieronder:

Ondersteuningsaanbod

Basisondersteuning:

De basisondersteuning van alle RVKO-scholen bestaat uit een geheel van preventieve en licht curatieve interventies die uitgevoerd worden binnen de ondersteuningsstructuur van elke school. Vanuit ons Strategisch Verhaal zorgen we voor een stevige basis van kennis en vaardigheden (kansrijk onderwijs) binnen een lerende organisatie die staat voor kwaliteit en professionaliteit. De basisondersteuning wordt uitgevoerd onder regie en verantwoordelijkheid van de schooldirectie en het schoolbestuur, met eventuele inzet van expertise van de stafafdelingen van de RVKO, andere scholen en netwerkpartners. De volledige invulling van de basisondersteuning is hier terug te lezen.  

(https://www.rvko.nl/documenten?document=Basisondersteuning+RVKO-scholen)

Extra ondersteuning:

Onze extra ondersteuning in de basisondersteuning op dit moment:
- Zorgniveau 2 en 3 dyslexie- en dyscalculieprotocol. Naar aanleiding van de afname van Bareka signaleringstoets volgens het dyscalculieprotocol en/of de signaleringstoetsen van het dyslexieprotocol kan besloten worden om de leerlingzorg te gaan geven op zorgniveau 2: extra hulp binnen de klas. Wanneer de inzet van extra hulp binnen de klas onvoldoende oplevert, kan worden opgeschaald naar zorgniveau 3. De leerling krijgt dan specifieke begeleiding buiten de groep, tijdens schooltijd. Wanneer nodig, wordt deze zorg extern ingekocht (zie: externe zorg vanuit de basisondersteuning). Hierbij voldoen wij aan de eisen van het dyslexieprotocol.  

- Op de Vijfster hebben we standaard 5 dagen een onderwijsassistent beschikbaar.

- Voor één dagdeel per week is er een leerkracht beschikbaar om verrijking aan te bieden aan excellent presterende leerlingen die extraondersteuning/uitdaging nodig hebben op kritisch en creatief denken, executieve functies en samenwerken. Ook zorgt deze leerkracht dat het verrijkingsonderwijs in de groepen is afgestemd op de specifieke leerlingen.  

- Bij hoge uitzondering wordt er op kosten van de school een (intelligentie)onderzoek afgenomen.  

 - Eén dag is er een beweeg-motorisch specialist (Cesartherapeut) aanwezig.

- Eén dagdeel een schoolcontactpersoon vanuit het CJG aanwezig om met kinderen en ouders in gesprek te gaan.  

 - Op aanvraag wordt expertise vanuit samenwerkingsverband geraadpleegd die gericht is op leerkracht handelen i.c.m. interactie met de algehele ontwikkeling van de leerling.

Specifiek leerlinggebonden extra ondersteuningsaanbod op school:
- Leerlingen met lichte motorische beperking
- Leerlingen met een TOS 
- Lichte visuele en auditieve beperkingen
- Omgaan met problematiek, zoals ADHD, autisme, trauma

Indien nodig, vragen wij hierbij extra ondersteuning aan bij externe specialisten en/of hulpverleningsinstanties. 

Beschikbare expertise op onze school:
-Alle teamleden zijn geschoold of in opleiding om de Daltonkernwaarden in de praktijk te realiseren 
-Twee teamleden met de opleiding tot gedragsspecialist. 
-Twee teamleden met de master Pedagogiek. 
-Twee teamleden zijn opgeleid tot aandachtsfunctionaris. 
-Een teamlid een dagdeel per week beschikbaar voor ondersteuning aanhoogbegaafden binnen en buiten de groep.  

Bij specifieke gedrags- en/of leerproblemen is de internbegeleider instaat om een passend hulpplan of OPP op te stellen, wat doorleerkrachten en onderwijs assistenten uitgevoerd kan worden. Bij ernstige problematieken zijn we altijd afhankelijk van (externe) specialisten en hulpverleningsinstanties.

Hoorrecht over het ondersteuningsaanbod:

Alle leerlingen (groep 1-8) moeten jaarlijks in staat worden gesteld hun mening te geven over het ondersteuningsaanbod van de school. Dit is een recht, het is niet verplicht voor de leerling om zijn of haar mening te geven.

Op de Vijfster doen wij dit door:
-De kinderen naar hun mening te vragen over het ondersteuningsaanbod tijdens de lessen van de Vreedzame School, blok 6: we zijn allemaal anders.
Er zijn 5 lessen tijdens dit blok, waar wordt gesproken over verschillen, overeenkomsten en hierbij is goed de link te leggen naar behoeften en hoe we dit op school vormgeven. De leerkrachten kunnen naar eigen inzicht bij één les de mening van de kinderen over het ondersteuningsaanbod ophalen.
-Tevens werken wij op school in de midden- en bovenbouw met een leerlingenraad, wanneer kinderen een mening willen geven over het ondersteuningsaanbod, dan kunnen zij dit bij de klassenverantwoordelijke doen. Met de start van het schooljaar, met het samenstellen van de leerlingenraad wordt dit besproken en benoemd in de groepen.


Hoorrecht bij het OPP:

Vanaf 1 augustus 2025 hebben alle leerlingen in groep 1 toten met 8 het recht om gehoord te worden over hun OPP(Ontwikkelingsperspectief). Dit betekent dat we op school met kinderen in gesprek gaan over hoe het met hen gaat, wat zij nodig hebben om te leren en waar zij hulp bij willen. Het hoorrecht is een recht van de leerling, geenplicht: als een kind (nog) niet wil of kan meepraten, dan is dat niet erg.

Hoe dit gesprek eruitziet, verschilt per leerling. Soms praten we er samen over, soms laat een kind iets zien of opschrijven, of maken we gebruik van een tekening of smileys. Het belangrijkste is dat deleerling op een manier die bij hem of haar past de kans krijgt om mee tedenken. De inbreng van het kind leggen we vast in het OPP. Zo is zichtbaar hoewe hun stem hebben meegenomen in de afspraken. Ook als het kind niets inbrengt,laten we zien wat we hebben gedaan om dit wél mogelijk te maken. De rol van oudersblijft ongewijzigd: met hen voeren we het gesprek over het hele OPP, en zij moeten instemmen met het handelingsdeel.